De Vieilles Tiges van de Belgische luchtvaart vzw

Eerste oorlogsopdrachten van Albert Van Wersch sergeant-piloot in het 7de escadrille van het 1ste Luchtvaartregiment

Verhaal uit het boek « Laatste escadrilles van 40 » van Jean Delaet

10 mei 1940

Opstijgen bij dageraad van op Goetsenhoven-Tienen van alle vliegtuigen van het escadrille, richting Lonzée (bij Gembloers), reservevliegveld. Albert VAN WERSCH vormt bemanning met adjudant-waarnemer TATON. Kort na hun vertrek wordt Goetsenhovcn gebombardeerd.

In Lonzée wordt de verdediging van het terrein precair verzekerd door twee in de vliegtuigen opgestelde torenmachinegeweren. Gelukkig komen twee C40 luchtafweerkanonnen deze verdediging versterken. Het ganse personeel zorgt haastig voor installatie in de nieuwe legering,

In de loop van de namiddag vraagt de chef van de eenheid, luitenant VANHOOREWEDER een piloot om de Fox-O-I 70 waarvan de motor in de vroege morgen niet kon opgestart worden, in Goetsenhoven te gaan ophalen. Albert biedt zich onmiddellijk aan en vertrekt met twee mekaniekers in een vrachtwagen naar Goetsenhoven.

Het vliegveld ziet er erg bedroevend uit. De hangar van de school is zwaar getroffen - Er zijn doden maar ook talrijke gekwetsten. Er hangt een wrange brandgeur boven het vliegveld.
In de hoek, gevormd door een vleugel en de romp van de 0-170 ligt een onontplofte bom, Heel voorzichtig gaat VAN WERSCH met de hulp van beide mekaniekers het vliegtuig weghalen uit deze gevaarlijke situatie. De motor wordt opgestart. Hïj neemt plaats in de cockpit, rolt de Fox naar het veld en stijgt op boven de sporen en tussen de door de bommen veroorzaakte kraters. Hij vliegt heel laag en kijkt de hele tijd rondom zich uit om eventuele vijandelijke vliegtuigen op te sporen. Zonder opgemerkt te worden geraakt hij in Lonzée.

‘s Avonds ziet hij met TATON Franse gemotoriseerde kolonnes, die in de richting van Namen rijden.

11 mei 1940

In de vroege morgen weerklinkt er plots een hevig geronk. Uit vrees voor bombardementen is iedereen vlug op de been. Verschillende vliegtuigen overvliegen Lonzée. Een Do17 stormt voorbij, achtervolgd door 5 Moranes.. De vliegtuigen verdwijnen. Nadien verneemt men dat het Duitse toestel een noodlanding gemaakt heeft op het grondgebied van St.Denis-Bovesse.

In de omgeving van Gembloers beginnen de Stukas ongestoord een geweldige aanval. De hele dag doorkruisen Duitse vliegtuigen de hemel. Plots wordt aangekondigd : “zeer laag vtiegende toestellen"
Iedereen loopt naar zijn post, vlug in een schuilloopgraaf. Albert VAN WERSCH staat met opgestroopte mouwen recht in de cabine van een Fairey Fox en schiet een ganse lader leeg op de grijze vliegtuigen. Hij moet echter jammer genoeg vaststellen hoe onmnachtig hij is tegenover dergelijke duidelijke overmacht van de Duitse luchtmacht.

Er wordt een opdracht bevolen. Bemanning Adjudant D’HONDT en Luitenant MANGENET. Het vliegtuig komt zwaar getroffen terug. Een valschermriem van de piloot werd door een projectiel doorgesneden. Ze hadden tanks ontdekt, waardoor ze hevig bestookt werden. Woedend, heeft D’HONDT ze aangevallen met zijn twee motorkapmachinegeweren tot hij geen munitie meer had.

Er komt een nieuwe opdracht ditmaal gaat de bemanning FRA1TEUR-MICHIELS de lucht in. Wonder boven wonder komen ze ongedeerd terug met een heleboel inlichtingen.

Duitse vliegtuigen blijven verder Lonzée overvliegen. De verdediging met C40 kanonnen is machteloos. Het veld is zeker opgespeurd.

12 mei 1940

Vóór zonsopgang verplaatst het escadrille zich naar Fosses..Het vliegtuig van VAN WERSCH wil maar niet opstarten, de batterij is ontladen.

TATON stelt vast dat het machinegeweer elke dienst weigert. Alle vliegtuigen van het escadrille zijn aan de horizon verdwenen. De mekaniekers onderzoeken het weerspannige toestel terwijl de bewapening van het torentje vervangen wordt.

Duitse vliegtuigen vliegen boven de baan Namen-Brussel. Er vallen bommen op een Franse colonne. TATON ziet 3 Dornier Do17 vliegen in de richting van het vliegveld. Hij roept : “Albert, maak u uit de voeten !”
Albert springt uit het vliegtuig terwijl de waarnemer plat op de grond gaat liggen. Het is hoog tijd. De kogels fluiten rond hun oren. Gelukkig geen bommen, alleen maar kogels. Albert komt terug, onderzoekt zijn Fairey Fox. Geen gaatje te zien. Het werk aan de motor wordt hervat. Het achterste machinegeweer is amper vervangen of de motor draait reeds en het laatste vliegtuig van het 7de escadrille vervoegt Fosses.

13 mei 1940

‘s Nachts komt het bevel om zich naar het vliegveld van Piéton te begeven. De toestellen stijgen op om 04.00 uur. De eerste opdracht is toevertrouwd aan de bemanning : sergeant VAN WERSCH, adjudant kandidaat-onderluitenant (res) TATON.
Het gaat om een onmiddellijk uit te voeren verkenningsvlucht. De Fox Hispano 0-169 zal optreden ten bate van de forten van de ring van Namen in de sector Namen-Wierde-Maizeret-Marche-les-Dames
Men moet speuren naar mogelijke aanwezigheid van Duitse tanks die in de sector en vooral op de baan Namen-Marche zouden rondrijden.

Opstijging om 08.00 u. Wanneer de bemanning bij het vliegtuig aankomt, kondigt een Ttr (militair van de transmissietroepen) aan, dat de radiopost defect is. -“Dat is dan pech” zegt Albert, “We vertrekken. We zullen met de grond in verbinding blijven via afgeworpen berichten”. De bemanning klimt aan boord en kijkt de boordbewapening na. De motor springt plots aan. Alles is gereed.

Het vliegtuig stijgt op. Het maakt een rondje en zet koers naar Namen. Een scheervlucht zoals gewoonlijk om beschermd te zijn tegen beschieting vanaf de grond. Een bord van de commandopost waarvoor de 0-169 optreedt, moet zich bij wegpaal 3 van de baan Namen-Eghezée bevinden. VAN WERSCH gaat een beetje hoger vliegen om zijn waarnemer toe te laten, het bord gemakkelijker te ontdekken.

Bij aankomst van het vliegtuig zoeken talrijke Belgische soldaten, die zich langs de weg uitrusten, dekking in de grachten. Niettegenstaande drie bochten boven de B.3 komt er geen bord in zicht. Men moet de PC. nochtans verwittigen, dat het ter beschikking gestelde verkenningsvliegtuig in aantocht is. TATON werpt een boodschap uit boven de B. 3. De boodschap verzoekt de troepen, deze brief onmiddellijk naar de commandopost te brengen. De doos met een lang rood lint daalt, raakt de grond, botst omhoog, rolt en blijft dan stil liggen. Geen enkel soldaat beweegt. Het toestel vlïegt scherpe bochten boven de plaats waar de doos neergekomen is. De P.C. moet op de hoogte gebracht worden van het werk dat hij voor hen uitvoert. Honderden ogen zijn gericht op het vliegtuig. De nationale driekleur zou toch een reactie moeten teweegbrengen. Het vliegtuig komt dichter bij de gond. Dit is een van die uiterste spanningmomenten voor de bemanning. Albert geeft korte stoten gas , het lijkt wel een gebrul van woede. TATON staat recht op in de cabine en maakt gebaren, die hij geruststellend acht. Eindelijk.. .staan enkele soldaten op en lopen in draf naar de gelande boodschap. Ze rapen de ronde doos op. Het vliegtuig draait verder enkele rondjes. De bemanning wil er zeker van zijn, dat de boodschap haar bestemming bereikt heeft. De soldaten lopen vlug naar een huis toe. Een enkele gaat er binnen, de drager van de boodschap. Alles is in orde. De bemanning is opgelucht.

De 0-169 vliegt zijn sector binnen. Boven de Maas worden de machinegeweren uitgetest. Ze werken normaal. Vanaf dat ogenblik gaat het vliegtuig in zigzag vliegen om eventueel grondvuur te ontwijken. Het is een brutale vlucht. Een eerste rondvlucht gaat boven de sector zonder dat de bemanning een enkele Duitser ontdekt. Er zijn ook geen Belgische soldaten achter de antitankhindernissen, evemnin als burgers. Enkele boeren in hemdsmouwen staan onbeweeglijk stil op hun velden.

Het vliegtuig draait voor de rotsen van Marche-les-Dames. Piloot en waarnemer denken samen een ogenblik aan de grote Koning die hier omkwam. Ook hier geen teken van de vijand. Albert draait zich om en wijst in zuidoostelijke richtïng. TATON is akkoord. De 0-169 neemt koers op Natoye. De streek is kalm. Boven Lez-Fontaines draait VAN WERSCH zich om naar TATON en doet een teken “wat nu?” De opdracht is vervuld en goed vervuld. Nog eens vrijwillig een dubbele toer boven de ganse sector en de bemanning besluit naar de basis terug te keren.

Plots lijkt de lucht helderder. De bemanning denkt aI aan haar terugkeer in het escadrille, bij de makkers. Albert maakt een verticale bocht als plots een hevige schok het vliegtuig dooreenschudt. De piloot buigt naar voor alsof hij in de buik getroffen was. Een dikke witte wolk komt uit de bovenkant van de vleugel, rechts naast de stuurhut. Albert is ongedeerd, hij draait zich vlug om, TATON is niet gekwetst. Is er brand aan boord ? Geen mogelijke landingsplaats in zicht. Niettegenstaande totale opening van de radiatorkleppen stijgt de watertemperatuur vlug. De naald staat vast op het maximum. Ook de olietemperatuur stïjgt.

Dat aIles gebeurt in enkele seconden. Op de baan is een tiental Duitsers uit de loopgrachten gekropen, ze bekijken het vliegtuig. ze rekenen erop dat het zal neerstorten. Verminking misschien, gevangenschap zeker. Albert wil er niet aan denken. Hij is wel zeker van de “handtekening” die hij op de baan gaat achterlaten. Hij neemt hoogte, draait kort en met ontketende machinegeweren duikt hij op de Duitsers. Hij veegt de baan schoon, netjes. De Duitsers springen in de gracht, achter de bomen. De 0-169 gaat in een stijgende bocht en TATON schiet verder met de torenmitrailleuse, hij zoekt in de grachten en schraapt het schors van de bomen. Het vliegtuig zet dan koers naar Namen. De verdoemde rook blijft verder opstijgen uit het bovenvlak van de vleugel Het geronk van de motor is niet meer normaal. VAN WERSCH neemt hoogte. Misschien moet er met valscherm gesprongen worden of een gewaagde noodlanding geriskeerd worden. Het besef van duidelijk en nabij gevaar houdt de spanning hoog : “de brand”.

Hier komt Belgrade, dichtbij Namen, Er is daar een terrein dat als vliegveld zou kunnen gebruikt worden maar dit terrein vol loopgrachten is nu onbruikbaar voor een vliegtuig. Tenslotte, een ander terrein. Uitgestrekte vinger gericht op een piepklein veldje

De motor kucht, stottert. Albert daalt glijdend, komt dichter bij de grond, trekt op .. de motor slaat bruusk af, hij zet het toestel neer. Het is 09.00 u.

De vliegers onderzoeken hun toestel. De buizen zijn afgerukt, de schroef is doorzeefd met scherven. Talrïjke kogelsporen zijn zichtbaar in de vleugel en in de cabine. Alleen de bewapening en de boordapparatuur zullen nog kunnen gebruikt worden... Na eindeloos lange discussies, rappels, zenuwslopende wachttijden slagen de vliegers erin, verbinding te krijgen met de citadel van Namen en de ingewonnen inlichtingen door te spelen.
Het is 23.30 u als de bemanning van de 0-169 weer in het escadrille aankomt.

Deze opdracht heeft aanleiding gegeven tot volgende eervolle vermelding in het notaboek van vlieger Albert VAN WERSCH:

“Op 13/5/1940. Toestel F Fox VI N° 169. Waarnemer Adjt. TATON
In de loop van een opdracht voor het opzoeken van inlichtingen in de vijandelijke lijnen werd het toestel getroffen door een obus van klein kaliber aan de water- en olieradiators. Hoewel hij zich op lage hoogte en op 18 km van de bevriende lijnen bevond is de piloot erin geslaagd het vliegtuig terug te brengen en in goede condities een noodlanding te maken.”
Getekend: Luitenant- vlieger VANNHOOREWEDER
Bevelhebber van het 7/ IV/ 1Aé

Basis : Goetsenhoven-bij-Tienen
Vliegtuigen : Fairy Fox Hispano
Escadrille Bevelhebber : Luitenant VANHOOREWEDER

Piloten:
Lt ROUSSEAU, Lt HENRY,
Ajt D’HONDT,
Adjt MEYUS,
Adjt NUYT,
Adjt DEGROOTE.
1er Sgt HODEIGE,
Sgt FRAITEUR,
Sgt KLEIN,
Sgt VAN WERSCH
Sgt VERMANDER

Waarnemers:
Lt DEFAYS, Lt MANGENET,
Lt MICHIELS,
SLt KUMPS,
Adjt TATON,
Adjt DIRIX,
Adjt MASEAUX,
Adjt VANDER ESSCHE