De Vieilles Tiges van de Belgische luchtvaart vzw

Luitenant-Generaal Vlieger Lucien Leboutte, DFC

 Luitenant-Generaal Vlieger Leboutte is geboren op 5 maart 1898 in Hodister (Laroche). In 14-18 wordt hij door de Duitsers naar Noord-Frankrijk gedeporteerd; hij ontsnapt maar wordt aan de Nederlandse grens terug gevat. Hij wordt in Duitsland gevangen gezet tot in 1918.

Op 30 april 1919 neemt hij dienst bij de artillerie en volgt in het opleidingscentrum de cursussen voor onderluitenant van de artillerie. Op 21 juni 1921 wordt hij benoemd tot onderluitenant en even later vervoegt hij de Militaire Luchtvaart. Op 1 december 1923 wordt hij toegelaten tot het vlïegend personeel.

Wanneer hij zijn pilotenbrevet behaalt, wordt hij aangeduid voor de jacht en in 1930 onderscheidt hïj zich in verschillende meetings met gedurfde acrobatieën. Vervolgens wordt hij commandant van de « Dienst der Proefvluchten » en op 21 september 1935 krijgt hij het bevel over de groep van de Fairey Battle in Evere.

In december 1939 wordt hij aangeduid voor een zendïng naar Belgisch Kongo waar hij de organisatiemogelijkheden van het militaire vliegwezen bestudeert, de ene in Kamina, de andere in Kitona. Onmiddellijk bij het uitbreken van de oorlog verlaat hij de kolonie en op 28 augustus 1940 keert hij naar België terug. Hij wordt gevangen genomen maar kan opnieuw ontsnappen en op 14 februari 1941, vlucht hij naar Zuid-Frankrijk en trekt te voet over de Pyreneeën, samen met andere Belgen. Hij wordt aangehouden en na twee maanden opsluiting in Badagoz, wordt hij overgebracht naar het beruchte kamp Miranda.

Op 10 oktober 1941 komt hij via Gibraltar in Londen aan, maar kan zijn doel nog niet bereiken. Omwille van zijn leeftijd is hij automatisch uitgesloten van alle vliegdienst maar koppig weigert hij elke andere dienst.

Eerst vervalst hij zijn identiteitskaart en biedt zich dan aan in het Centrum voor Recrutering van Jachtpiloten in Uxbridge, waar hij zijn ervaring, zijn talrijke vlieguren en het feit dat hij reeds het bevel voerde over een smaldeel en zelfs over een groep, uitspeelt. Hij wordt aangenomen en zonder aarzelen en met slechts één doel voor ogen: « de vijand bevechten» verzaakt hij aan zijn graad van actief majoor van de Belgische Militaire Luchtvaart voor die van « Pilot Officer» in de RAF. Hij oefent zich gedurende drie maanden met verschillende tweemotorige vliegtuigen voor hij overgaat naar de Operational Training Unit van Charter Hall in Schotland.

In augustus 1942 wordt zijn droom werkelijkheid en wordt hij aangeduid voor het 141 Squadron op de basis van Ford in het zuiden van Engeland waar hij op Beaufighter opereert. De opdracht van zijn smaldeel bestaat uit nachtelijke aanvallen op legertreinen, vijandelijke schepen, vliegvelden, luchtafweerstellingen en het escorten van de zware geallieerde bommenwerpers.

Na afloop van deze operaties, laat hij zijn oversten niet met rust tot hem een tweede operatiebeurt wordt toegewezen vanaf eind mei 1943, maar deze keer op Mosquito, een vliegtuig dat sneller is dan de Beaufighter en beter aangepast is aan de opdracht van «Night Intruder ».

Op 24 maart 1944 wordt hem het DFC toegekend met de volgende vermelding:

“Deze officier heeft deelgenomen aan 32 opdrachten gedurende dewelke hij een Junkers 88 vernielde en ernstige schade toebracht aan drie andere. Door zijn enthousiasme en moed is hij erin geslaagd waardevolle inlïchtingen te bekomen in verband met de operaties waarin hij betrokken was. Tijdens deze operaties heeft hij in de hoogste mate blijk gegeven van bekwaamheid, moed en wilskracht en is hij een uitstekend voorbeeld geweest voor zijn smaldeel.

Op 1 juni 1944, wordt hij benoemd tot Wing Commander in de RAF en tot Group Captain op 28 september van hetzelfde jaar. Het is in deze periode dat hij door de Minister van Landsverdediging Demets, gelast wordt met het oprichten van een Militaire Luchtvaart Dienst belast met de recrutering van vrijwilligers en de wederoproeping van de oud-piloten en van de specialisten van de Militaire Luchtvaart met het oog op hun vorming in Engeland.

Na de oorlog, op 26 september 1945, wordt hij benoemd tot kolonel en op 30 november 1946, richt hij het Militaire Vliegwezen op volgens de richtlijnen van de Minister van Defensie. Hij wordt er de eerste stafchef van. Het is onder zijn bevel dat, op 1 februari 1948, het Belgisch Militair Vliegwezen zijn Britse benamingen verliest en de kentekens en tradities van de oude smaldelen van het Militaire Vliegwezen terug opgenomen worden.

In maart 1948, wordt door de ondertekening van het « Pact van Brussel» of « Pact van de Westerse Unie» het Militair Vliegwezen aanzienlijk uitgebreid. Progressief worden er volgende eenheden opgericht: 12 dag-, 3 nacht jachtsmaldelen, een transport vloot, een radar alarm- en controlesysteem, hulpsmaldelen en, tevens onder zijn impuls, dat men spoedig de structuur aantreft die we vandaag nog kennen, te weten een groep « operaties» die de operationele eenheden bevat, een groep opleiding en training en een logistieke groep.(1) Hij oefent gedurende bijna tien jaar deze belangrijke funktie uit en consolideert voor de toekomst de strukturen en de middelen van een autonoom luchtmachtwapen.

Op 15 januari 1949, in het vooruitzicht van de belangrijke uitbreidingen, wordt de benaming «Militaire Vliegwezen» in “Belgische Luchtmacht” omgezet om zo het tijdperk van de straalvliegtuigen in te treden. Kolonel Leboutte wordt bevorderd tot generaal-majoor vlieger op 26 juni 1948 en tot luitenant-generaal vlieger op 25 december 1950.

Zijn broer, de generaal-majoor vlieger Norbert Leboutte werd, na de oorlog, de eerste commandant van de Groepering Opleiding en Training.

Wanneer, op 21 december 1955 , de vzw « Luchtkadetten van België» wordt opgericht, wordt Luitenant-Generaal Vlieger Leboutte er de eerste voorzitter van.

Op 1 april 1956 wordt hij op rust gesteld, maar hij blijft zich aktief inzetten voor de Luchtkadetten tot 21 juni 1984.

Hij overlijdt te Ukkel op 28 oktober 1988.

Gedurende zijn ganse loopbaan, is Luitenant-Generaal Vlieger Leboutte altijd een voortreffelijk voorbeeld geweest van doorzettingsvermogen, moed en vastberadenheid voor al diegenen die het voorrecht hadden hem te kennen en met hem te dienen. De vliegeniers, geboren vóór 1900, die aan boord van moderne vliegtuigen gevlogen en gevochten hebben tijdens de tweede wereldoorlog, zïjn zeldzaam. Luitenant-Generaal Vlieger Leboutte is hierop een uitzondering. Hij zal één van de belangrijke figuren blijven van het Belgisch Viegwezen en van de Belgische Luchtmacht

Luitenant-Generaal Vlieger Lucien Leboutte, DFC, is peter van de promotie leerlingen-piloten 88B

(1) Heden (1996) en in het bijzonder sedert de herstructurering van de Strijdkrachten zijn er maar twee commandos meer: het Commando van de Taktische Luchtmacht en het Commando Trainîng en Steun Luchtmacht