De Vieilles Tiges van de Belgische luchtvaart vzw

W/O Jean Groensteen - BACK HOME, 58 YEARS LATER

In de loop van een plechtigheid die op 8 april 2003 plaats had om 14,30 uur, werd het stoffelijk over-schot van Warrant Officier (Adjudant) Jacques GROENSTEEN neergestorte op 20 april 1945 bij Malz, naast Oraniënburg aan 60 km ten noorden van Berlijn, te Brussel bijgezet op het Ereperk van de Luchtmacht. Op de ceremonie waren aanwezig: de heer André Flahaut, minister van Defensie, generaal Van Daele, Chef Defensie, autoriteiten van de Luchtcomponente, de voorzitter van de Verbroede-ring van anciens van de Royal Air Force en South African Air Force, luitenant-generaal vlieger b.d. baron Mike Donnet, DFC, veteranen en oud-piloten van de Squadrons 349 en 350 en de heer Jean Kamers, voorzitter van de Vieilles Tiges van de Belgische Luchtvaart en tevens voorzitter van het Comité van het Ereperk van de Luchtmacht. Jacques rust nu naast zijn broer Claude, navigator, die verongelukt is tijdens een training vlucht in Canada op 16 september 1944.

Op 20 april 1945, had het 350 Squadron dat deel uit-maakte van 125 Wing van 2nd Tactical Air Force (TAF), zijn basis in Celle, een vliegveld van de Luft-waffe dat kort geleden verovert door het 2de Britse Leger. De piloten voerden jachtzendingen uit de regio Berlijn, belegerd door Sovjet landmacht. Die avond werd een Flight, bestaande uit zes toestel-len van het 350 Squadron onder bevel van Flight Lieu-tenant Robert Muls, aangeduid voor een jachtzending boven de sovjetzone. Afgezien van Muls bestond de Flight uit twee Britse piloten, Hawforth en Watkins, evenals uit de Belgische piloten M. Doncq, A. Kick en Jacques Groensteen.

Dertig kilometer ten noorden van de hoofdstad van het Derde Reich, bo-ven de kleine stad Oraniënburg, ont-moet de formatie zestien Fw190, ko-mende uit de streek van Breslau en belast met de verdediging van de sector, bezet door de Sovjetstrijd-krachten. Er speelt zich een luchtgevecht af op lage hoogte waarbij de Spitfire XIV van onze piloten superieur blijkt aan de vijandelijke jagers. Vier Fw190 worden neergehaald door de onzen, die waarschijnlijk eveneens één ver-nietigd vliegtuig tellen en twee beschadigde.

In het gevecht achtervolgt Jacques Groensteen vlak boven de grond, een Duitse jager die binnen zijn bereik is. Het gebied is bebost, moerassig en woestijnachtig. Zijn vliegtuig raakt een boom en slaat te pletter.

Geen enkele van de vijf medevliegers heeft gezien wat er is voorgevallen. Zij hebben geen verklaring voor het gebeurde. Een Duitse ooggetuige heeft het RAF vliegtuig wel zien neerstorten in de bossen, maar de streek is in handen van de Sovjets. Zij zullen er een oefenkamp maken voor hun pantservoertuigen die gestationeerd zijn in deze streek. De toestand blijft duren tot de jaren negentig wanneer, na de val van de muur te Berlijn, de Russische troepen naar hun land terugkeren en de twee Duitsland terug worden samengevoegd.

Vanaf dit ogenblik kan de ooggetuige spreken en het drama vertellen waarvan hij getuige was. Op zijn zeggen ontdekt een onderzoeksploeg, die vliegtuigwrakstukken in de streek opspoort, in 1999 de brokstukken van wat eens de Spitfire was. De ploeg zich gespecialiseerd in het zoeken en de identificatie van vliegtuigen van elke nationaliteit, die gedurende de 2de wereldoorlog neergestort zijn in de streek van Oraniënburg.

Aan boord van het teruggevonden wrakstuk bevinden zich nog de stoffelijke resten van de piloot. Na twee jaar onderzoek, inbegrepen DNA-testen, is het uitgemaakt dat het wel degelijk Jacques Groensteen betrof, vermist sinds 20 april 1945. Alles wordt in het werk gesteld om onze vermiste vriend te repatriëren en te begraven op het Ereperk van de Luchtmacht, de begraafplaats van Brussel.

De plechtigheid rond het overbrengen van de stoffelijke resten heeft plaatsgevonden op 5 februari 2003. Naast leden van de familie werd er deelgenomen door oudgedienden van de RAF, waarvan er drie hebben gediend in het 350ste Squadron, door majoor vlieger Gremez, bevelhebber van het 350ste Smaldeel van de 2de Tactische Wing en twee piloten; door generaal-majoor vlieger Singelé, vertegenwoordiger van het Luchtcomponent en door kolonel vlieger Léonard, bevelhebber van de 2de Wing te Florennes.

De aanwezige oudgedienden van de RAF waren, naast de voorzitter van de Federatie, Mike Donnet, Robert Laumans en Robert Bladt, oudgedienden van het 350 Squadron. Reisden eveneens mee, Albert Laforce, Gustaaf Rens en Léon Rubin, oudgedienden van het 349 Squadron. Jacques Groensteen maakte deel uit van de twee Belgische Squadrons van de RAF. Waren eveneens aanwezig de Belgische ambassadeur te Berlijn, Z.E. Lode Willems en Defensie attaché, kolonel Y. Van den Bosch, evenals mijnheer Jaupart die de minister van Defensie vertegenwoordigde. Pers en televisie waren eveneens betrokken. Twee klaroenblazers van de Koninklijke Muziekkapel van de Luchtmacht hadden maakten eveneens de verplaatsing.

Gedurende de plechtigheid in de evangelische kerk van Oraniënburg beschreef de vertegenwoordiger van de burgemeester de moeilijkheden die de onderzoeksgroep ondervond om het vliegtuig (1) maar vooral om de piloot te kunnen identificeren. Hij lichtte de rol van de vereniging toe, verbonden “met het noodlot van de jachtpiloot”. Met een zekere emotie onderstreepte hij dat men de ware betekenis van de wanhoop van de ouders, achtergebleven zonder nieuws van hun geliefde en verdwenen in het gevecht, niet kon begrijpen. Een wanhoop gedeeld door miljoenen families gedurende de 2de wereldoorlog. Nadat Marc Lateur hoofdaalmoezenier van de Luchtcomponent de spirituele draagwijdte van de plechtigheid heeft op geroep, werd ons nationaal hymne met ingetogenheid beluisterd en voegden de twee klaroenblazers er een ontroerende noot aan toe.

Het middagmaal bracht de deelnemers samen in een hotel van de stad en ging het vertrek naar het vliegveld van Tegel en terugkeer naar België vooraf van de delegatie die de stoffelijke resten van de onfortuinlijke piloot

De terugkeer gebeurde, zoals de heenreis, aan boord van een Embraeer van de 15 Wing. Minister Flahaut, Group Captain Bullen, de Britse luchtattaché, de Chef van de defensie, generaal Van Daele, en de generaals van het Luchtcomponent Buysse en Audrit, waren aanwezig op de parkeervloer te Melsbroek, om de stoffelijke resten van Warrant Officier Jacques Groensteen in ontvangst te nemen.

Een korte plechtigheid ging aan het overbrengen van de stoffelijke resten naar een rouwkapel te Evere vooraf, waar de lijkkist werd opgebaard tot de bijzetting op het ereperk.

De teraardebestelling van Warrant Officier Jacques Groensteen in zijn vaderland is een gedenkwaardige gebeurtenis zovele jaren na zijn tragische dood. Hij zal in onze herinnering blijven voortleven. Een gedenkplaat zal worden aangebracht op de plaats waar hij de dood vond.

(1) Het was de Spitfire XIV met immatriculatie NH686-MNV

Nederlandse teksten bewerking: Leon BERGMANS